zondag 4 november 2012

Leesverslag klas 5: De engelenmaker


Algemene informatie
Auteur: Stefan Brijs
Titel: De engelenmaker
Plaats van uitgave: Den Bosch
Jaar van uitgave: 2008
Druk: Het is een boektopper, uitgegeven door Malmberg.
Jaar van eerste uitgave: 2005
Aantal pagina’s: 494
Genre: Psychologische roman


Samenvatting:
‘De Engelenmaker’ bestaat uit drie delen en wordt verteld vanuit het oogpunt van verschillende personen in het boek.

Het eerste deel speelt in het heden en vertelt hoe Doktor Victor Hoppe terugkomt in zijn geboorteplaats Wolfheim, een dorpje vlakbij het drielandenpunt. Met zijn hazenlip en zijn rode haren maakt hij een eigenaardige indruk. Hij heeft drie kinderen bij zich, die naar geruchten een spleet over hun hele gezicht hebben. De bewoners van Wolfheim moeten niets hebben van de rare dokter, maar na een aantal genezingen wordt hij toch geaccepteerd samen met zijn zoons, de spleten over hun gezichten blijken littekens van een hazenlip te zijn. De kinderen lijken sprekend op elkaar, en hebben veel weg van hun vader. De kinderen heten Michaël, Rafaël en Gabriël, net als de aartsengelen.Toch is er iets mis met de kinderen, ze blijven klein en zijn vaak ziek, en net als hun vader tonen ze weinig emoties. De dokter huurt een huishoudster, Frau Maenhout, in. Frau Maenhout komt steeds meer te weten over de dokter en zijn kinderen. De dokter gedraagt zich namelijk erg vreemd; hij toont geen emoties. Nu zou men hem autistisch hebben genoemd, het syndroom van Asperger, maar toen kenden ze dat nog niet. Hij wil absoluut niet dat zij de kinderen over God vertelt (maar wel over Jezus) en de kinderen mogen nooit naar buiten. Daarbij houdt de dokter veel afstand tot de kinderen, hij wil ook dat ze hem vader noemen i.p.v. pap of papa. Als Frau Maenhout bijna achter de waarheid is, die overigens erg schokkend blijkt te zijn, komt zij door een vreselijk ‘’ongeluk’’ om het leven.

In het tweede deel, dat afwisselt tussen Victor Hoppes jeugd en zijn tijd na zijn studie, wordt duidelijk wat er met de dokter en zijn kinderen aan de hand is. Victor Hoppe heeft de eerste jaren van zijn leven als ‘debiel’ in een gesticht doorgebracht. De enige die gelooft dat hij niet debiel is, is Zuster Marthe. Zij leert Victor lezen en zij is dan ook de enige aan wie hij dat laat horen. Na een paar jaar haalt zijn vader hem uit het gesticht. Victor komt terecht op een internaat en daarna op de universiteit. Victor Hoppe heeft in die jaren bedacht dat men slecht of goed kon zijn, niet ertussenin. Hij zag God als het kwaad, omdat hij zijn zoon, Jezus, die in zijn ogen het goede was, in de steek liet toen hij aan het kruis werd gehangen. Victor Hoppe vergeleek zich dan ook veel met Jezus en merkte dat ze veel gelijkenissen hadden, maar hij blijkt een genie te zijn en studeert verder in embryologie. Hij verraste de wetenschap door jonge muizen te produceren die uitsluitend mannelijke of vrouwelijke ouders hadden. Hierna kreeg hij een baan op de universiteit in Aken, en daar kreeg hij geld om muizen te klonen, wat hem ook lukte, alleen later werd het project stopgezet nadat men op basis van zijn aantekeningen de kloning niet kon herhalen en Dokter Hoppe weigerde het te demonstreren. Daarna ging hij zelf verder en slaagde er uiteindelijk in zichzelf te klonen. Hier loog hij de draagmoeder voor, die hij een kind van zichzelf had beloofd. Rex Cremer, de stafarts van de universiteit, is de enige die weet wat er precies aan de hand is. Hij raakt verstrikt in wat hij weet. Nadat de baby’s ter wereld waren gekomen, had Dokter Hoppe ze zelf meegenomen.

In het derde deel, weer het heden, komt Rex Cremer weer opnieuw in aanraking met Doktor Hoppe. Hij ontmoet ook zijn kinderen en Doktor Hoppe vertelt hem wat er mis is met de kinderen. Ze worden te snel oud; elk jaar van hun leven telt voor tien tot vijftien jaar. Dit komt door een ’fout’ in hun chromosomen. Dan komt ook de draagmoeder van de jongetjes haar ‘kinderen’ opzoeken, ze heeft spijt van haar beslissing ze niet te nemen. Maar als ze bij Doktor Hoppes huis aankomt is er al één dood, Michaël. Want dokter Hoppe heeft besloten ze niet meer eten te geven of nog aandacht aan hen te besteden, het experiment (het klonen) was immers mislukt en hij hield zich alweer met andere dingen bezig. Ze brengt de laatste dagen van hun leven met ze door, en als ze erachter komt dat de Dokter de kinderen, inmiddels was Rafaël ook al overleden, op sterk water had gezet had ze hem aangevallen en had hij haar uiteindelijk vermoord. Terwijl de dorpsbewoners de kruistocht van Jezus op de Vaalserberg (vlakbij het dorp) volgen, kruisigt Doktor Hoppe zichzelf. Hij eindigt aan het kruis (net zoals Jezus), terwijl het hele dorp sprakeloos toekijkt. Rex Cremer was ondertussen weer naar het huis van Dokter Hoppe teruggekeerd, en na het aanschouwen van de 3 jongens, Gabriël was nu ook gestorven, op het sterke water en de dode draagmoeder erbij niet aangekund. Hij had vervolgens het hele huis in brand gestoken, opdat niemand hier ooit achter kwam. Rex Cremer voelde zich namelijk verantwoordelijk voor het hele gebeuren. Toen hij zo snel als hij kon uit Wolfheim wegreed kreeg hij zelf een ongeluk waarbij ook hij om het leven kwam. 


Verwachtingen
Mijn docent Nederlands, meneer Kroon, had mij dit boek aangeraden. Hij dacht dat ik het wel een goed boek zou vinden. Het verhaal op de achterkant van het boek sprak mij inderdaad aan. Het klonk best wel mysterieus en daar houd ik meestal wel van.
Ik verwachtte een interessant boek. Het verhaaltje op de achterkant was een beetje vaag, waardoor het lastig was verwachtingen te hebben. Ik dacht dat het boek een beetje spannend zou zijn en mysterieus.


Motieven
Wetenschap: Hoppe wil mensen kunnen klonen. Het tweede deel van het boek gaat voor de helft over de tijd dat Victor in Bonn werkte aan zijn experimenten. Dit deel van het boek is vrij wetenschappelijk. Het gaat over zijn proeven met muizen, maar ook over de periode dat hij zijn experiment op een vrouw uitvoert. De rest van het boek gaat ook vaak over wetenschap.

Autisme: Victor Hoppe heeft Asperger. In die tijd was dat nog geen ziekte. Hij werd dan ook debiel verklaard in een gesticht. Hij heeft vreemde trekjes en gaat heel erg in dingen op. Hij toont weinig emoties, ook naar zijn kinderen toe. Dit merk je heel goed aan de schrijfstijl in het boek. Delen die vanuit Hoppes oogpunt zijn geschreven zijn een soort verwarrend. Als je dit leest krijg je zelf ook een soort zenuwachtig gevoel. Andere mensen vinden het ook lastig om met Victor om te gaan, omdat hij zo’n rare manier van doen heeft.


Thema
De bijbel: Er wordt in dit boek vaak verwezen naar de bijbel. Ik vind dit dan ook het belangrijkste motief en dus het thema. Victor Hoppe gaat de strijd aan met God. Hij ziet God als het kwaad, omdat hij zijn eigen zoon heeft geofferd. Jezus daarentegen is goed, omdat hij zich liet offeren en hier niet tegenin is gegaan. Hij heeft het kwaad bestreden.
Hoppe ziet zijn vader ook een beetje als het kwaad. Hij heeft hem namelijk in het gesticht gestopt. Victors moeder denkt dat de duivel in Victor zit. Hij heeft namelijk vuurrood haar en een gapende wond in zijn gezicht bij de geboorte.
Door te gaan klonen probeert Victor de strijd van God te winnen. Hij wil niet alleen levens redden, maar ook echt levens geven. Aan het eind van het boek kruisigt Victor zichzelf. Hij vindt dat hij kwaad heeft gedaan en denkt dat dit de enige manier is om dit recht te zetten.


Beoordeling
Ik vond de schrijfstijl van Brijs prima. Het taalgebruik is niet lastig. Er worden niet vaak moeilijke woorden gebruikt, waardoor het gemakkelijk te lezen is. De zinnen zijn ook niet uitzonderlijk lang. Het deel waar het vooral over wetenschap staat is iets lastiger. Het is goed te volgen, maar wel iets lastiger. Ik vond dit deel ook een stuk minder interessant dan de andere twee delen.

Dit is een vrij wetenschappelijk deel (Er zitten  niet heel veel van zulke stukken in het boek):
‘Drie maanden later deed Rex Cremer een ontdekking die voor het experiment van Victor Hoppe van groot belang bleek. Uit een schimmel kweekte hij de stof cytochalasine B. Die stof voorkwam dat de eiwitmoleculen die het cytoskelet vormden zich vermeerderden, zodat het cytoplasma rond de celkern zacht bleef. Het gevolg was dat eicellen die met een pipet werden doorgeprikt minder schade zouden oplopen, wat hun overlevingskans aanzienlijk deed stijgen.’ Pagina 276

Vertelperspectief:
Het verhaal wordt vanuit het perspectief van meerdere personen verteld. Vanuit Victor Hoppe, zuster Marthe, Frau Maenhout, Rex Cremer, de vader van Victor, de draagmoeder van de drieling en nog een aantal mensen.  Dat paste goed bij het verhaal.

Ruimte:
Het verhaal speelt zich grotendeels af in Wolfheim. Een klein Duits dorpje dichtbij het drielandenpunt. Het drielandenpunt speelt op meerdere manieren een rol in dit verhaal. Andere delen spelen zich af in Bonn en Aken.


Eindoordeel
Ik vond dit een goed boek. Ik vond het eerste deel gewoon goed. Het tweede deel vond ik iets minder interessant. Het was een beetje langdradig vond ik en ook een stuk minder boeiend dan het eerste deel. Het derde deel vond ik weer heel spannend. Je merkt gewoon dat het een bijzonder einde zal hebben. Victor komt verward over en doet bizarre dingen. Zelf was ik bijna bang dat er verschrikkelijke dingen zouden gebeuren. Het eind vond ik heel goed. De verwijzingen in het boek naar God vond ik origineel en interessant en kon ik erg waarderen. Dat Victor zichzelf kruisigt is bizar, maar dat past ook wel bij dit boek. Er gebeuren wel meer bizarre dingen. Ik vond dit een goed en interessant boek, alleen vond ik het een klein beetje langdradig in het midden.

Dit is een citaat waarin duidelijk wordt dat Hoppe in de war is. Ik kreeg er een beetje een angstig gevoel van, omdat ik aanvoelde dat er iets zou gaan gebeuren:
‘Met grote ogen keek Rex Cremer hem aan, maar de dokter ontweek zijn blik. ‘U komt mij verraden’, herhaalde hij. ‘Straks komt u terug met een grote bende en dan zult u mij verraden.’ Er was geen dreiging in de stem, maar toch voelde Rex zijn angst toenemen. Victor had zich altijd al vreemd gedragen, maar zoals hij daar stond, licht wiebelend, het hoofd gebogen, een hand in de zij gedrukt, de andere hand die klauwende bewegingen maakte, zo had hij hem nog nooit gezien.’ Pagina 471

Een aantal passages vond ik vrij bizar. Sommige waren echt misselijkmakend. Van deze passage kreeg ik wel een beetje de kriebels:
‘’Wilt u het zien? Gelooft u het dan?’ riep Victor. Hij trok zijn hemd nog hoger op. Zijn zij vertoonde een snee van bijna tien centimeter. ‘Wilt u het voelen misschien? Gelooft u het dan?’
Met een breed gebaar bracht Victor een hand naar de wond en stak twee, drie vingers in de snee. Hij trok, nee, scheurde de wond open’ pagina 472

Er werd zeker aan mijn verwachtingen voldaan. Het was inderdaad een beetje een mysterieus boek. Het einde vond ik spannend, zoals ik had verwacht.

Bronnen: