woensdag 5 februari 2014

Balansverslag

Balansverslag                                                Nine Hazelhorst Klas 6C


1) Welke literaire boeken spraken je bijzonder aan en waarom? Geef voorbeelden en argumenten.
‘Hersenschimmen’ van J. Bernlef sprak mij erg aan. Tijdens het lezen van het boek kreeg ik steeds meer het gevoel me enigszins te kunnen identificeren met de hoofdpersoon. De schrijfstijl van J. Bernlef zorgde ervoor dat ik op een bepaalde manier hetzelfde verwarde gevoel kreeg als de hoofdpersoon. Het is ook het enige boek dat ik het gelezen waarin een bepaalde aandoening zo sterk aanwezig is. Dit maakte het boek voor mij erg speciaal en indrukwekkend.
Het boek ‘De engelenmaker’ van Stefan Brijs sprak mij ook erg aan. Een deel van het boek vond ik een beetje saai, maar de rest was vrij spannend. Met name het eerste deel is erg mysterieus. Wat ik erg bijzonder vond was dat het boek veel Bijbelse elementen bevat. De hoofdpersoon voerde in het boek een soort wedstrijd met God. Dit was interessant, maar hierdoor kreeg het boek ook een beetje een duistere kant. Het verhaal heeft veel indruk op mij gemaakt.
Ook ‘Siegfried’ van Harry Mulisch heeft indruk op mij gemaakt. Het is namelijk deels een bekend en waargebeurd verhaal. Het was een erg spannend boek. Ook vond ik bepaalde gebeurtenissen uit het boek vrij bizar. Dit boek heb ik in heel korte tijd uitgelezen, omdat ik het niet weg kon leggen.

2) Welke literatuurlessen zijn belangrijk voor je geweest? Om welke redenen? 
Ik denk dat de literatuurlessen op school niet heel erg belangrijk zijn geweest voor het mondeling. We hebben les gehad over de middeleeuwen, de renaissance en de verlichting. Deze lessen waren van toepassing op drie boeken van het mondeling.
Dit waren De Mariken van Nieumeghen, De klucht van de molenaar en Reize door het Apenland. Deze boeken hebben we klassikaal gelezen. Dit vond ik zelf erg prettig. We kregen namelijk uitleg over het verhaal tijdens het lezen en konden hierdoor ook de kenmerken van deze perioden herkennen.

3) Welke ervaring(en) met literatuur hebben absoluut weerstand opgeroepen? Hoe verklaar je die weerstand? Wanneer je bijvoorbeeld iets saai vond, kwam dat volgens jou door een gebrek aan kwaliteit van de schrijver of door jouw manier van lezen?
Zelf heb ik het altijd onprettig gevonden om te lezen onder druk. Als ik wist dat ik bijvoorbeeld nog drie weken had om een boek te lezen en het verslag te maken. Tegelijkertijd begrijp ik dat dit niet anders kan voor een docent. Ik kreeg hierdoor wel minder plezier in het lezen.
Voor de rest heb ik niet echt problemen gehad tijdens het lezen. Wanneer ik een boek saai vond, kwam dit meestal omdat het verhaal ook wel saai was. Dit waren meestal boeken van een hoger niveau. De woordkeuze was vaak lastiger, waardoor je een boek minder snel uitleest.

4) Ben je in de loop van de tijd dat je met literatuur bezig was er anders naar gaan kijken? Probeer die ontwikkeling bij jezelf vast te stellen. Geef voorbeelden van wat je nu beter kunt. Kijk voordat je je antwoord formuleert nog eens terug naar je leesautobiografie.
Ik heb lezen altijd best leuk gevonden en dat vind ik nog steeds. Mijn mening over wat ik wel of niet leuk vind om te lezen is niet veranderd. Wel vind ik het leuk om een boek van een hoger niveau te lezen. Wat mij is opgevallen, is dat ik tegenwoordig liever boeken lees met meer diepgang. Ik heb in de onderbouw bijvoorbeeld boeken van Suzanne Vermeer gelezen. Als ik daar nu aan terug denk was dat wel een beetje een boek zonder echte diepgang. Ik zou nu toch sneller een boek van een hoger niveau lezen. Als ik een lastig boek uit heb gelezen kan ik daarna echt een voldaan gevoel hebben. Ik heb het altijd al lastig gevonden om dingen als onderliggende gedachten uit een boek te halen. Hier ben ik de afgelopen jaren wel beter in geworden. Mijn leesniveau zal hoger zijn geworden de afgelopen jaren.

5) Loop je blog nog eens door en stel vast waarmee je uiteindelijk al dan niet tevreden kunt zijn, waar het gaat om je aanpak bij het werkproces en je studievaardigheden. Geef voorbeelden. Met welke werkvormen kon je goed uit de voeten, met welke niet? Waarom?
Over het algemeen ben ik tevreden met mijn leesdossier. Er staan een aantal boeken op van een hoog niveau. Ook heb ik drie extra boeken gelezen. De rest van het zesde jaar, op één iemand na, hoefde dit niet te doen. Hier verwacht ik wel mee te scoren. Tegelijkertijd heeft dit ook wel nadelen gehad voor mijn leesdossier. Ik had minder tijd om meer boeken te lezen, waardoor ik vaker voor een boek van een lager niveau (of dunner boek) heb gekozen. Ik had liever hetzelfde aantal boeken als de rest gelezen, maar dan wat boeken die meer een uitdaging zouden zijn.
Zelf vind ik het het prettigst om een algemeen leesverslag te maken. Deze opdracht is denk ik het handigst tijdens het voorbereiden van het mondeling. Handiger dan een recensie bijvoorbeeld. Mijn verslagen waren altijd redelijk uitgebreid. Daar ben ik wel tevreden over. 

6) Welke plaats denk je dat de literatuur in het vervolg van je leven te kunnen geven?
Zoals ik al eerder heb gezegd, heb ik lezen altijd al leuk gevonden. Ik hoop in het vervolg van mijn leven meer tijd te hebben om boeken te lezen. Het kan dan in mijn eigen tempo, waardoor ik het ook weer leuker zal vinden. Ook zal ik hierdoor boeken van een hoger niveau kunnen lezen.

7) Welk advies heb je voor je literatuurdocenten?

Ik heb eigenlijk niet echt advies voor de literatuurdocenten. Misschien dat het soms iets te streng gaat met op tijd inleveren. Ik kan me herinneren dat ik in de vijfde klas een 1 heb gekregen die meetelde voor mij rapport, omdat ik mijn boekverslagen en reacties niet op de afgesproken tijd had ingeleverd. Aan het eind van het jaar had ik wel alles op tijd online staan. Die 1 is dus eigenlijk een beetje onnodig geweest, want uiteindelijk heb ik alsnog alles ingeleverd. Naar mijn mening zouden deze data misschien beter richtlijnen kunnen zijn. Het is namelijk wel prettig om te weten of je een beetje op schema ligt. Ook kan het aan mij liggen. Ik liep in de vijfde klas namelijk erg achter met mijn leesdossier, omdat ik drie extra verslagen moest maken.

maandag 3 februari 2014

Leesverslag Hersenschimmen

Leesverslag Hersenschimmen


Algemene informatie
Titel: Hersenschimmen
Auteur: J. Bernlef
Plaats van uitgave: Groningen
Jaar van uitgave: 2000
Jaar van eerste uitgave: 1984
Aantal pagina’s: 143
Genre: Psychologisch verhaal


Samenvatting
Hersenschimmen vertelt het verhaal van iemand die langzaam maar zeker begint te dementeren en de gevolgen die dit voor hem en zijn omgeving heeft.
Maarten en Vera Klein wonen al jaren gelukkig in Gloucester, Massachusetts (Verenigde Staten). Langzaam maar zeker begint Maarten echter heden en verleden door elkaar te halen. Het begin heel klein, op het moment dat hij niet meer weet welke dag het is en op een zondag wacht tot de schoolbus langs zal komen of als hij steeds vaker in gedachten verzonken is. Langzaam maar zeker kan hij zich dingen niet meer herinneren en als hij zich iets herinnert, gaat hij volledig in die herinnering op. Zo denkt hij op een dag dat hij weer op de kleuterschool is en van de juf de potlodendoos mag halen. Hij loopt de gang door naar het materiaalhok en klimt op een stoel om de doos te gaan zoeken. Dan staat Vera plots achter hem en haalt hem uit de droom. Hij blijkt op de keukenstoel in hun washok te staan. Later geeft hij hele rare antwoorden op vragen, omdat hij net ergens anders met z’n gedachten was. Als Vera hem een keer vraagt wat hij zo lang in de keuken deed, antwoordt hij bijvoorbeeld vangstquota. Uiteindelijk gaat dit nog een stapje verder en breekt hij in bij een vakantiehuisje waar vroeger de vergaderingen van zijn bedrijf waren omdat hij denkt dat hij te laat op zijn vergadering komt. Ook vergeet hij dat mensen en dieren dood zijn en vraagt dus steeds naar hen als anderen langskomen. Een keer begint hij plotseling naar de snoepreepjes die zijn oma altijd voor hem achter in de buffetkast verstopte te zoeken.
Vera wordt steeds ongeruster en als Maarten weg begint te lopen van huis laat ze uiteindelijk een meisje, Phil Taylor, in huis wonen die op Maarten kan passen als zij weg is. Maarten vergeet echter steeds wie ze is. Eerst ziet hij haar aan voor een vriendin van zijn dochter, dan voor zijn vroegere piano juf en uiteindelijk voor zijn dochter. Ook van Vera vergeet hij soms wie ze is.
In het boek wordt ook de moeilijker wordende relatie tussen Vera en Maarten weergegeven. Een eerste beschrijving die Maarten van haar geeft (zie eerste quote, een stuk terug in dit verslag) is nog heel scherp, bij kennis. Meer op het einde heeft hij het echter over een oude vrouw, die er een beetje verfomfaaid uitziet met haar vochtig neerhangende slappe bruine krullen en haar gerimpelde hals (p. 134). Later herkent hij haar niet meer op foto’s en uiteindelijk weet hij helemaal niet meer wie ze is.
In het laatste deel van het boek weet Maarten zelf niet meer wie hij is. Eerst heeft hij het nog over “mijn spullen”, “ik kan ..” etc. Maar naarmate hij verder aftakelt begint hij in derde persoon over zichzelf te praten, om het uiteindelijk alleen nog maar over ‘het’ te hebben. Tegelijk met deze verandering in benoeming van zichzelf, trekt hij zich steeds meer in zijn hoofd terug. Hij communiceert bijna niet meer met de buitenwereld, maar denkt in onsamenhangende zinnen en fragmenten aan wat er om hem heen gebeurt. Een van de redenen hiervoor is dat hij ook steeds meer moeite met het Engels begint te hebben, en soms even de taal niet meer lijkt te verstaan. Op het laatst zijn Maartens gedachten zo onsamenhangend en fragmentarisch dat er bijna niet meer duidelijk is wat er nou met hem gebeurt. Wel weet hij op zijn sterfbed weer even wat er om hem heen gebeurt en zoekt en vindt hij Vera’s hand, al weet hij haar naam niet meer.


Verwachtingen
Hersenschimmen is een boek waar veel mensen mij al over verteld hadden. Ik heb altijd het idee dat het een boek is dat in ieder huishouden wel te vinden is. In de mediatheek zag ik dit boek liggen. Na het lezen van de flaptekst, heb ik besloten het boek te gaan lezen. Ik verwachtte een heftig, maar enigszins saai boek. Het boek leek mij heel anders dan andere boeken die ik eerder had gelezen.


Motieven
Our man in havana. Dit is een boek van Graham Greene dat meerdere malen in het boek terugkomt. Maarten praat vaak over het boek en vertelt dan steeds hetzelfde.

De winter. Het verhaal speelt zich af tijdens de winter. Vanaf het begin van het boek zegt Maarten al dat hij zo van slag is door de kou en sneeuw. Meerdere malen staat hij voor het raam naar de sneeuw te kijken.


Thema
Dementie. De hoofdpersoon van het boek, Maarten, heeft last van dementie. Het boek gaat over hoe de verschillende personages uit het boek omgaan met dementie. Aan de ene kant lees je hoe Maarten hiermee omgaat. Aan de andere kant zie je de impact die de dementie heeft op het leven van Vera.


Beoordeling
Schrijfstijl
De schrijfstijl van Bernlef vind ik prima. Het boek leest gemakkelijk door. Er staan geen moeilijke zinnen of woorden in. Tegen het einde van het boek schrijft Bernlef in korte zinnen. De zinnen zijn vaak niet compleet. Dit is enigszins verwarrend, maar daardoor juist ook interessant. Maarten is namelijk compleet in de war. Door de korte, onduidelijke zinnen krijgt de lezer ook een idee van hoe Maarten zich misschien voelt. Het verwarde gevoel wordt door de schrijfstijl van Bernlef goed overgebracht.

‘In het leven terug?... maar waar is zoiets gebleven?... is er wel zoiets?... of was gewoon alles inbeelding van het hoofd?... hersenschimmen?

Knijpen veroorzaakt tenminste nog lichte pijn… een gebeurtenis… choken maar waar is de motor gebleven… allemaal beeldspraak jongen… niets dan beeldspraak.’
(Pagina 137)

Vertelperspectief
Het verhaal wordt vertelt vanuit het oogpunt van Maarten. Dit is erg interessant, omdat je hierdoor goed merkt dat Maarten steeds verwarder raakt. Er gebeurt eigenlijk niet erg veel in dit boek, maar het is naar mijn idee toch erg boeiend doordat het vanuit het perspectief van Maarten geschreven is.

Tijd
Het was mij tijdens het lezen van dit boek niet helemaal duidelijk hoeveel tijd verstreek. Uiteindelijk bleek aan het eind dat het waarschijnlijk een paar weken waren. Aan het eind van het boek zegt Vera tegen Maarten dat de lente begint. In eerste instantie vond ik het een klein beetje vervelend dat ik niet wist of er dagen, weken of maanden verstreken waren. Achteraf denk ik dat Bernlef dit expres heeft gedaan, omdat het verwarrend is voor de lezer. Maarten had namelijk ook niet in de gaten of het ochtend, middag of avond was.    


Eindoordeel
Ik vond hersenschimmen een erg bijzonder boek. Het was heel anders dan andere boeken. Dit was eigenlijk een van de weinige boeken waarbij ik me door de schrijfstijl enigszins kon identificeren met de hoofdpersoon. Het was geen heel spannend verhaal, maar toch bleef het me boeien. Ik vond het totaal geen saai boek, wat ik wel had verwacht. Ook verwachtte ik dat het boek heftig zou zijn. Dat klopte wel redelijk. Maarten was vaak verward en hierdoor soms ook boos. Hij raakte af en toe gefrustreerd, omdat hij wel doorhad dat hij zich veel dingen niet kon herinneren. Hij was zich bewust van zijn situatie, maar kon hier niets aan doen. Een aantal keer zag hij andere personages aan voor mensen uit zijn jeugd, zoals zijn vader, moeder of pianolerares. Ook merk je dat Vera het erg moeilijk heeft met de nieuwe situatie.  

‘Maarten, wat heeft dit allemaal te betekenen?’
Dat is het hem nu juist. De betekenis, de oorzaak waarzonder de gevolgen zinloos worden, onverklaarbaar. In verwarring en misschien ook om tijd te winnen tast ik in mijn binnenzak. Ik vouw het vel papier open. Dan weet ik het weer. (Pagina 73)

Haar smalle gezicht met het bruine haar dobbert op haar gerimpelde hals en haar ogen staan plotseling zo dof en droevig dat ik opsta om haar te troosten. Het bloed bonst in mijn slapen en ik leg mijn handen op haar schouders. (Pagina 48)

Al met al vond ik dit een goed boek. Ik zou het anderen zeker aanraden.








Bronnen

http://www.scholieren.com/boek/38/hersenschimmen