woensdag 5 februari 2014

Balansverslag

Balansverslag                                                Nine Hazelhorst Klas 6C


1) Welke literaire boeken spraken je bijzonder aan en waarom? Geef voorbeelden en argumenten.
‘Hersenschimmen’ van J. Bernlef sprak mij erg aan. Tijdens het lezen van het boek kreeg ik steeds meer het gevoel me enigszins te kunnen identificeren met de hoofdpersoon. De schrijfstijl van J. Bernlef zorgde ervoor dat ik op een bepaalde manier hetzelfde verwarde gevoel kreeg als de hoofdpersoon. Het is ook het enige boek dat ik het gelezen waarin een bepaalde aandoening zo sterk aanwezig is. Dit maakte het boek voor mij erg speciaal en indrukwekkend.
Het boek ‘De engelenmaker’ van Stefan Brijs sprak mij ook erg aan. Een deel van het boek vond ik een beetje saai, maar de rest was vrij spannend. Met name het eerste deel is erg mysterieus. Wat ik erg bijzonder vond was dat het boek veel Bijbelse elementen bevat. De hoofdpersoon voerde in het boek een soort wedstrijd met God. Dit was interessant, maar hierdoor kreeg het boek ook een beetje een duistere kant. Het verhaal heeft veel indruk op mij gemaakt.
Ook ‘Siegfried’ van Harry Mulisch heeft indruk op mij gemaakt. Het is namelijk deels een bekend en waargebeurd verhaal. Het was een erg spannend boek. Ook vond ik bepaalde gebeurtenissen uit het boek vrij bizar. Dit boek heb ik in heel korte tijd uitgelezen, omdat ik het niet weg kon leggen.

2) Welke literatuurlessen zijn belangrijk voor je geweest? Om welke redenen? 
Ik denk dat de literatuurlessen op school niet heel erg belangrijk zijn geweest voor het mondeling. We hebben les gehad over de middeleeuwen, de renaissance en de verlichting. Deze lessen waren van toepassing op drie boeken van het mondeling.
Dit waren De Mariken van Nieumeghen, De klucht van de molenaar en Reize door het Apenland. Deze boeken hebben we klassikaal gelezen. Dit vond ik zelf erg prettig. We kregen namelijk uitleg over het verhaal tijdens het lezen en konden hierdoor ook de kenmerken van deze perioden herkennen.

3) Welke ervaring(en) met literatuur hebben absoluut weerstand opgeroepen? Hoe verklaar je die weerstand? Wanneer je bijvoorbeeld iets saai vond, kwam dat volgens jou door een gebrek aan kwaliteit van de schrijver of door jouw manier van lezen?
Zelf heb ik het altijd onprettig gevonden om te lezen onder druk. Als ik wist dat ik bijvoorbeeld nog drie weken had om een boek te lezen en het verslag te maken. Tegelijkertijd begrijp ik dat dit niet anders kan voor een docent. Ik kreeg hierdoor wel minder plezier in het lezen.
Voor de rest heb ik niet echt problemen gehad tijdens het lezen. Wanneer ik een boek saai vond, kwam dit meestal omdat het verhaal ook wel saai was. Dit waren meestal boeken van een hoger niveau. De woordkeuze was vaak lastiger, waardoor je een boek minder snel uitleest.

4) Ben je in de loop van de tijd dat je met literatuur bezig was er anders naar gaan kijken? Probeer die ontwikkeling bij jezelf vast te stellen. Geef voorbeelden van wat je nu beter kunt. Kijk voordat je je antwoord formuleert nog eens terug naar je leesautobiografie.
Ik heb lezen altijd best leuk gevonden en dat vind ik nog steeds. Mijn mening over wat ik wel of niet leuk vind om te lezen is niet veranderd. Wel vind ik het leuk om een boek van een hoger niveau te lezen. Wat mij is opgevallen, is dat ik tegenwoordig liever boeken lees met meer diepgang. Ik heb in de onderbouw bijvoorbeeld boeken van Suzanne Vermeer gelezen. Als ik daar nu aan terug denk was dat wel een beetje een boek zonder echte diepgang. Ik zou nu toch sneller een boek van een hoger niveau lezen. Als ik een lastig boek uit heb gelezen kan ik daarna echt een voldaan gevoel hebben. Ik heb het altijd al lastig gevonden om dingen als onderliggende gedachten uit een boek te halen. Hier ben ik de afgelopen jaren wel beter in geworden. Mijn leesniveau zal hoger zijn geworden de afgelopen jaren.

5) Loop je blog nog eens door en stel vast waarmee je uiteindelijk al dan niet tevreden kunt zijn, waar het gaat om je aanpak bij het werkproces en je studievaardigheden. Geef voorbeelden. Met welke werkvormen kon je goed uit de voeten, met welke niet? Waarom?
Over het algemeen ben ik tevreden met mijn leesdossier. Er staan een aantal boeken op van een hoog niveau. Ook heb ik drie extra boeken gelezen. De rest van het zesde jaar, op één iemand na, hoefde dit niet te doen. Hier verwacht ik wel mee te scoren. Tegelijkertijd heeft dit ook wel nadelen gehad voor mijn leesdossier. Ik had minder tijd om meer boeken te lezen, waardoor ik vaker voor een boek van een lager niveau (of dunner boek) heb gekozen. Ik had liever hetzelfde aantal boeken als de rest gelezen, maar dan wat boeken die meer een uitdaging zouden zijn.
Zelf vind ik het het prettigst om een algemeen leesverslag te maken. Deze opdracht is denk ik het handigst tijdens het voorbereiden van het mondeling. Handiger dan een recensie bijvoorbeeld. Mijn verslagen waren altijd redelijk uitgebreid. Daar ben ik wel tevreden over. 

6) Welke plaats denk je dat de literatuur in het vervolg van je leven te kunnen geven?
Zoals ik al eerder heb gezegd, heb ik lezen altijd al leuk gevonden. Ik hoop in het vervolg van mijn leven meer tijd te hebben om boeken te lezen. Het kan dan in mijn eigen tempo, waardoor ik het ook weer leuker zal vinden. Ook zal ik hierdoor boeken van een hoger niveau kunnen lezen.

7) Welk advies heb je voor je literatuurdocenten?

Ik heb eigenlijk niet echt advies voor de literatuurdocenten. Misschien dat het soms iets te streng gaat met op tijd inleveren. Ik kan me herinneren dat ik in de vijfde klas een 1 heb gekregen die meetelde voor mij rapport, omdat ik mijn boekverslagen en reacties niet op de afgesproken tijd had ingeleverd. Aan het eind van het jaar had ik wel alles op tijd online staan. Die 1 is dus eigenlijk een beetje onnodig geweest, want uiteindelijk heb ik alsnog alles ingeleverd. Naar mijn mening zouden deze data misschien beter richtlijnen kunnen zijn. Het is namelijk wel prettig om te weten of je een beetje op schema ligt. Ook kan het aan mij liggen. Ik liep in de vijfde klas namelijk erg achter met mijn leesdossier, omdat ik drie extra verslagen moest maken.

maandag 3 februari 2014

Leesverslag Hersenschimmen

Leesverslag Hersenschimmen


Algemene informatie
Titel: Hersenschimmen
Auteur: J. Bernlef
Plaats van uitgave: Groningen
Jaar van uitgave: 2000
Jaar van eerste uitgave: 1984
Aantal pagina’s: 143
Genre: Psychologisch verhaal


Samenvatting
Hersenschimmen vertelt het verhaal van iemand die langzaam maar zeker begint te dementeren en de gevolgen die dit voor hem en zijn omgeving heeft.
Maarten en Vera Klein wonen al jaren gelukkig in Gloucester, Massachusetts (Verenigde Staten). Langzaam maar zeker begint Maarten echter heden en verleden door elkaar te halen. Het begin heel klein, op het moment dat hij niet meer weet welke dag het is en op een zondag wacht tot de schoolbus langs zal komen of als hij steeds vaker in gedachten verzonken is. Langzaam maar zeker kan hij zich dingen niet meer herinneren en als hij zich iets herinnert, gaat hij volledig in die herinnering op. Zo denkt hij op een dag dat hij weer op de kleuterschool is en van de juf de potlodendoos mag halen. Hij loopt de gang door naar het materiaalhok en klimt op een stoel om de doos te gaan zoeken. Dan staat Vera plots achter hem en haalt hem uit de droom. Hij blijkt op de keukenstoel in hun washok te staan. Later geeft hij hele rare antwoorden op vragen, omdat hij net ergens anders met z’n gedachten was. Als Vera hem een keer vraagt wat hij zo lang in de keuken deed, antwoordt hij bijvoorbeeld vangstquota. Uiteindelijk gaat dit nog een stapje verder en breekt hij in bij een vakantiehuisje waar vroeger de vergaderingen van zijn bedrijf waren omdat hij denkt dat hij te laat op zijn vergadering komt. Ook vergeet hij dat mensen en dieren dood zijn en vraagt dus steeds naar hen als anderen langskomen. Een keer begint hij plotseling naar de snoepreepjes die zijn oma altijd voor hem achter in de buffetkast verstopte te zoeken.
Vera wordt steeds ongeruster en als Maarten weg begint te lopen van huis laat ze uiteindelijk een meisje, Phil Taylor, in huis wonen die op Maarten kan passen als zij weg is. Maarten vergeet echter steeds wie ze is. Eerst ziet hij haar aan voor een vriendin van zijn dochter, dan voor zijn vroegere piano juf en uiteindelijk voor zijn dochter. Ook van Vera vergeet hij soms wie ze is.
In het boek wordt ook de moeilijker wordende relatie tussen Vera en Maarten weergegeven. Een eerste beschrijving die Maarten van haar geeft (zie eerste quote, een stuk terug in dit verslag) is nog heel scherp, bij kennis. Meer op het einde heeft hij het echter over een oude vrouw, die er een beetje verfomfaaid uitziet met haar vochtig neerhangende slappe bruine krullen en haar gerimpelde hals (p. 134). Later herkent hij haar niet meer op foto’s en uiteindelijk weet hij helemaal niet meer wie ze is.
In het laatste deel van het boek weet Maarten zelf niet meer wie hij is. Eerst heeft hij het nog over “mijn spullen”, “ik kan ..” etc. Maar naarmate hij verder aftakelt begint hij in derde persoon over zichzelf te praten, om het uiteindelijk alleen nog maar over ‘het’ te hebben. Tegelijk met deze verandering in benoeming van zichzelf, trekt hij zich steeds meer in zijn hoofd terug. Hij communiceert bijna niet meer met de buitenwereld, maar denkt in onsamenhangende zinnen en fragmenten aan wat er om hem heen gebeurt. Een van de redenen hiervoor is dat hij ook steeds meer moeite met het Engels begint te hebben, en soms even de taal niet meer lijkt te verstaan. Op het laatst zijn Maartens gedachten zo onsamenhangend en fragmentarisch dat er bijna niet meer duidelijk is wat er nou met hem gebeurt. Wel weet hij op zijn sterfbed weer even wat er om hem heen gebeurt en zoekt en vindt hij Vera’s hand, al weet hij haar naam niet meer.


Verwachtingen
Hersenschimmen is een boek waar veel mensen mij al over verteld hadden. Ik heb altijd het idee dat het een boek is dat in ieder huishouden wel te vinden is. In de mediatheek zag ik dit boek liggen. Na het lezen van de flaptekst, heb ik besloten het boek te gaan lezen. Ik verwachtte een heftig, maar enigszins saai boek. Het boek leek mij heel anders dan andere boeken die ik eerder had gelezen.


Motieven
Our man in havana. Dit is een boek van Graham Greene dat meerdere malen in het boek terugkomt. Maarten praat vaak over het boek en vertelt dan steeds hetzelfde.

De winter. Het verhaal speelt zich af tijdens de winter. Vanaf het begin van het boek zegt Maarten al dat hij zo van slag is door de kou en sneeuw. Meerdere malen staat hij voor het raam naar de sneeuw te kijken.


Thema
Dementie. De hoofdpersoon van het boek, Maarten, heeft last van dementie. Het boek gaat over hoe de verschillende personages uit het boek omgaan met dementie. Aan de ene kant lees je hoe Maarten hiermee omgaat. Aan de andere kant zie je de impact die de dementie heeft op het leven van Vera.


Beoordeling
Schrijfstijl
De schrijfstijl van Bernlef vind ik prima. Het boek leest gemakkelijk door. Er staan geen moeilijke zinnen of woorden in. Tegen het einde van het boek schrijft Bernlef in korte zinnen. De zinnen zijn vaak niet compleet. Dit is enigszins verwarrend, maar daardoor juist ook interessant. Maarten is namelijk compleet in de war. Door de korte, onduidelijke zinnen krijgt de lezer ook een idee van hoe Maarten zich misschien voelt. Het verwarde gevoel wordt door de schrijfstijl van Bernlef goed overgebracht.

‘In het leven terug?... maar waar is zoiets gebleven?... is er wel zoiets?... of was gewoon alles inbeelding van het hoofd?... hersenschimmen?

Knijpen veroorzaakt tenminste nog lichte pijn… een gebeurtenis… choken maar waar is de motor gebleven… allemaal beeldspraak jongen… niets dan beeldspraak.’
(Pagina 137)

Vertelperspectief
Het verhaal wordt vertelt vanuit het oogpunt van Maarten. Dit is erg interessant, omdat je hierdoor goed merkt dat Maarten steeds verwarder raakt. Er gebeurt eigenlijk niet erg veel in dit boek, maar het is naar mijn idee toch erg boeiend doordat het vanuit het perspectief van Maarten geschreven is.

Tijd
Het was mij tijdens het lezen van dit boek niet helemaal duidelijk hoeveel tijd verstreek. Uiteindelijk bleek aan het eind dat het waarschijnlijk een paar weken waren. Aan het eind van het boek zegt Vera tegen Maarten dat de lente begint. In eerste instantie vond ik het een klein beetje vervelend dat ik niet wist of er dagen, weken of maanden verstreken waren. Achteraf denk ik dat Bernlef dit expres heeft gedaan, omdat het verwarrend is voor de lezer. Maarten had namelijk ook niet in de gaten of het ochtend, middag of avond was.    


Eindoordeel
Ik vond hersenschimmen een erg bijzonder boek. Het was heel anders dan andere boeken. Dit was eigenlijk een van de weinige boeken waarbij ik me door de schrijfstijl enigszins kon identificeren met de hoofdpersoon. Het was geen heel spannend verhaal, maar toch bleef het me boeien. Ik vond het totaal geen saai boek, wat ik wel had verwacht. Ook verwachtte ik dat het boek heftig zou zijn. Dat klopte wel redelijk. Maarten was vaak verward en hierdoor soms ook boos. Hij raakte af en toe gefrustreerd, omdat hij wel doorhad dat hij zich veel dingen niet kon herinneren. Hij was zich bewust van zijn situatie, maar kon hier niets aan doen. Een aantal keer zag hij andere personages aan voor mensen uit zijn jeugd, zoals zijn vader, moeder of pianolerares. Ook merk je dat Vera het erg moeilijk heeft met de nieuwe situatie.  

‘Maarten, wat heeft dit allemaal te betekenen?’
Dat is het hem nu juist. De betekenis, de oorzaak waarzonder de gevolgen zinloos worden, onverklaarbaar. In verwarring en misschien ook om tijd te winnen tast ik in mijn binnenzak. Ik vouw het vel papier open. Dan weet ik het weer. (Pagina 73)

Haar smalle gezicht met het bruine haar dobbert op haar gerimpelde hals en haar ogen staan plotseling zo dof en droevig dat ik opsta om haar te troosten. Het bloed bonst in mijn slapen en ik leg mijn handen op haar schouders. (Pagina 48)

Al met al vond ik dit een goed boek. Ik zou het anderen zeker aanraden.








Bronnen

http://www.scholieren.com/boek/38/hersenschimmen

donderdag 24 oktober 2013

Leesverslag klas 5: De passievrucht

Leesverslag De passievrucht door Karel Glastra van Loon

Algemene informatie
Auteur: Karel Glastra van Loon
Titel: De passievrucht
Plaats van uitgave: (L.J. Veen) Amsterdam/Antwerpen
Jaar van uitgave: 1999
Druk: Tiende
Jaar van eerste uitgave: 1999
Aantal pagina’s: 237
Genre: Psychologische roman


Samenvatting
Op een eerst heel doodnormaal lijkende dag wordt Armin Minderhout’s leven compleet overhoop gegooid. Na een vruchtbaarheidsonderzoek in het ziekenhuis krijgt hij namelijk te horen dat hij al zijn hele leven lang onvruchtbaar is. Hij lijdt aan het syndroom van Klinefelter, een aangeboren afwijking van de geslachtschromosomen waardoor zijn sperma geen zaadcellen bevat. Na 13 jaar blijkt dat Armin niet de vader kan zijn van zijn ‘zoon’ Bo. Alles waar hij in geloofde, blijkt één grote leugen. 
Armin begint een zoektocht naar de biologische vader van Bo. Maar dit wordt bemoeilijkt door het feit dat Bo’s moeder, Monika, al tien jaar dood is (overleden aan een hersenvliesontsteking). Armin kan het dus niet zomaar achterhalen en weet zich geen raad. Evenals zijn huidige vriendin, Ellen, die destijds Monika’s beste vriendin was. Armin besluit het voor Bo te verzwijgen, en hem in de ‘waan’ te laten dat Armin zijn vader is.

Armin gaat op onderzoek uit en graaft in het verleden van zijn overleden vriendin. Hij zoekt de ‘dader’, de werkelijke vader van Bo, omdat hij kan niet verder kan leven zonder antwoord op zijn vragen. Hij moet zijn hele leven heroverwegen; al zijn overtuigingen blijken zich op drijfzand te bevinden. 
Armin maakt een lijstje van mogelijke ‘daders’ die wel eens de vader van Bo zouden kunnen zijn. De eerste op dit lijstje is de ex van Monika, Robbert Hubeek. De twee mannen hebben elkaar nooit echt gemogen en dat blijkt ook wel, want het gesprek is niet erg gezellig. Robbert vertelt Armin uitgebreid over de seksuele dingen die hij met Monika heeft uitgespookt, maar Armin gelooft niet dat hij Bo’s vader kan zijn. (Robert weet niet eens van Monika’s dood af)
Als Armin terugkomt van Robbert, denkt hij terug aan de nacht waarvan hij altijd gedacht had dat Bo erin verwekt was. Monika en hij waren met de auto naar het Amsterdamse Bos geweest, en vreeën later in die auto. Ze werden betrapt door twee politieagenten, wat het allemaal een spannende en ongewone sfeer gaf. 
De volgende mogelijke ‘dader’ is de huisarts van Monika. Hij staat lichamelijk natuurlijk dicht bij zijn patiënten, en er gaan wel vaker verhalen de rondte over relaties tussen dokter en patiënt. Maar de huisarts beweert uitdrukkelijk dat er nooit iets tussen Monika en hem is gebeurd. 
De volgende en laatste op het lijstje van mogelijke verdachten is Nico Neerinckx, een ex-collega van Monika. Hij past op alle punten in het ‘profiel’ dat Armin voor ogen heeft. Zo heeft hij zijn oudste zoon bijvoorbeeld ook Bo genoemd. Armin overlegt met zijn beste vriend Dees wat hem te doen staat. Ook Ellen vertelt hij over zijn verdenking, maar verder zwijgt hij erover tegen iedereen.
Uiteindelijk weet hij met een rotsmoes kennis te maken met de vrouw van Nico en hij hoort haar helemaal uit. Vrijwel alles wat hij te weten komt blijkt te kloppen binnen zijn ‘profiel’. Wat hij ermee aanmoet weet hij niet - hij denkt aan een moord op Nico of een verkrachting van Nico’s vrouw, maar zo gek is hij nog net niet. 
De relatie tussen Armin en Ellen verslechtert een beetje. Armin besluit er samen met Bo een weekend tussenuit te gaan, naar Ameland. Dit schiereiland roept veel herinneringen op bij Armin. Hij ging er vroeger vaak met Monika heen, en is net als Bo dol op haar natuur. Om hier even tot rust te komen leek hen dus een prima idee.
Armin en Bo wandelen op een gegeven moment samen over het strand. Ze ontmoeten een groepje jongeren van Bo’s leeftijd. Er is een meisje met een zwarte pet bij, die Bo wel leuk lijkt te vinden. ’s Avonds gaan ze samen op stap en als Armin dronken thuis komt, vindt hij het meisje bij Bo in bed. In zijn dronken bui schreeuwt hij dat Bo niet zijn zoon is en kotst hij ’s morgens het kussen onder waar het meisje op geslapen heeft. 
Zodra ze weer thuis zijn komt de vader van Armin te overlijden. Als Armin en Dees in het huis van zijn vader aan het opruimen zijn, vindt Armin een briefje van Monika aan zijn vader met daarop de tekst “Ik ben zwanger. M.” Armin weet direct wat dit betekent: zijn vader is de ‘dader’ waar hij zo lang naar op zoek was. Híj heeft Monika zwanger gemaakt en is dus de vader van Bo. 
Thuisgekomen geeft Ellen hem een brief van Monika aan Bo. Hierin legt Monika haar zoon uit wie zijn vader is. Armin e Bo blijken dus half-broers te zijn. 
Armin wil meteen een stuk gaan lopen, Ellen gaat met hem mee en vertelt alles wat ze weet. Zij heeft het al die tijd al geweten, maar heeft hem tegelijkertijd die pijn willen besparen. 
Na een tijd komt Bo met het idee om de as van de vader van Armin uit te strooien over het graf van Monika om de moeilijke tijd af te sluiten en weer verder te gaan met hun leven. 


Verwachtingen
Deze zomervakantie moest ik nog een boek lezen voor Nederlands. Ik was bij Willem thuis. Zijn ouders raadden mij een aantal boeken aan. De omschrijving van dit boek vond ik erg interessant. Naar mijn verwachting zou ik dit boek zo uitlezen. Het leek me een heftig, maar ook aangrijpend boek. 


Thema
Alles waar je in gelooft, kan zomaar een grote leugen blijken te zijn.
Armin heeft een vrij rustig leven. Hij mist zijn vrouw, maar is nu gelukkig samen met zijn vriendin Ellen en zijn zoon Bo. Als blijkt dat hij niet de biologische vader van zijn kind is, blijkt het allemaal één grote leugen te zijn. Armin heeft altijd het gevoel gehad dat zijn vader hem pas echt voor vol aan zag, toen bleek dat hij vader werd. Nadat hij de diagnose gehoord had dat hij zijn hele leven al onvruchtbaar is, had hij het gevoel dat zijn vader hem niet meer voor vol aan kon zien. 


Motieven 
Natuur
Armin en Bo zijn beiden gek op natuur. Ze gaan regelmatig samen vissen of wandelen. Ze kennen allerlei diersoorten en feitjes.

Vaderschap
Dit lijkt mij een duidelijk motief van het boek. Vlak na zijn ontdekking heeft Armin erg veel moeite met hoe hij zich moet gedragen tegenover Bo. Hij heeft ergens toch het gevoel dat het een vreemde is. Hij wil echter niks aan Bo laten merken. Hij doet zijn best om normaal te doen, maar dit gaat vrij moeizaam. Later gaat dit een stuk beter. Op Ameland gaat dit een stuk minder moeizaam. Na de ontdekking dat zijn vader de biologische vader van Bo is, gaat het beter. Bo weet dan namelijk ook wat er gaande is. Hierna kunnen ze weer wat rustiger verder en kunnen ze hun band weer verbeteren.

Beoordeling
Ik vond de passievrucht een makkelijk boek om te lezen. De schrijfstijl is erg gemakkelijk. Er staan geen moeilijke woorden in. Dit boek heb ik in ongeveer drie of vier uurtjes helemaal uitgelezen. Het boek is dan ook maar niveau twee. Het enige wat moeilijker was, waren de stukjes academische teksten die Armin vertaalt. Deze waren altijd kort en verder niet echt van belang, dus het hinderde niet.

‘Bo is dus niet verwekt in een kille zomernacht op de passagiersstoel van een gele Renault 5. Hij heeft zijn kin, die iets naar voren gemonteerd is, niet van mij. Zijn ogen hebben wel de kleur van die van Monika, maar niet de vorm van de mijne, zoals iedereen zegt die Monika heeft gekend. Dat zijn linkervoet een halve maat kleiner is dan de rechter, net als bij mij – toeval!’ (pag. 10)

Personages
Armin is naar mijn idee het enige personage die je redelijk goed leert kennen. Je kent gedurende het boek zijn gedachtegang en kunt je in hem inleven. Bo en Ellen leer je niet kennen. Monica een beetje. Persoonlijk vind ik het altijd beter als personages wat meer diepgang hebben.

Tijd
Het hele verhaal speelt zich af in een paar maanden. Door het hele boek heen worden flashbacks gemaakt naar vroegere tijden waarin Monika nog leefde. Dit vind ik goed gedaan. Op deze manier leer je Monika een soort kennen. Ook is het leuk, omdat het allemaal herinneringen van Armin zijn.


Eindoordeel
Ik vind de passievrucht een goed boek, maar niet heel bijzonder. Het verhaal vond ik wel erg goed. Het feit dat Bo’s vader ook zijn opa is, vond ik erg verassend. Het is een boek dat je in één keer uit wilt lezen. De schrijfstijl was fijn. Het boek was wel een beetje simpel geschreven, waardoor het er voor mij niet uitspringt.
Het boek was niet zo aangrijpend of heftig als ik had verwacht. Het is vrij luchtig geschreven. Het gaat ook over de goede herinneringen die Armin heeft aan zijn tijd samen met Monika. Ik heb het boek wel in heel korte tijd uitgelezen. Wat dat betreft heeft het boek wel aan mijn verwachtingen voldaan.




 
  

Bronnen
http://www.scholieren.com/boekverslag/50228

woensdag 9 oktober 2013

Leesverslag stromingsboek 1880-1940

Stromingsverslag ‘Van de koele meren des doods’ door Frederik van Eeden


Standaardtitelbeschrijving
Auteur: Frederik van Eeden
Titel: Van de koele meren des doods
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van uitgave: Staat niet aangegeven
Druk: Achttiende druk
Jaar van eerste druk: Staat niet aangegeven
Aantal pagina’s: 264


Genre
Psychologisch verhaal


Samenvatting:
Dit boek gaat over Hedwig Marga de Fontayne, een zeer gevoelige en intelligente vrouw, die haar emoties niet kan of wil koppelen aan de realiteit. Al als zij jong is weet ze het hart van vele mensen te veroveren met haar schoonheid en haar vrome, bescheiden en spontane karakter. Zij is vaak depressief en voelt zich (terecht) onbegrepen door haar omgeving. Ze ontmoet Johan, een jongen die kunstenaar wil worden en hij wordt verliefd op haar. Hedwig lijkt dit niet helemaal te begrijpen en kan hem ook niet duidelijk maken dat de liefde niet wederzijds is: ze vindt het fijn om aardig gevonden te worden en wil graag bevriend zijn met Johan. Johan krijgt hierdoor het idee dat Hedwig wel anders in hem geïnteresseerd is en als hij er na een aantal jaren achterkomt dat dit niet zo is, doordat zij trouwt met Gerard, stuurt hij haar boze brieven en hangt tekeningen op in winkels van Hedwig als kwaadaardige sfinx. Via Johan heeft Hedwig de zieke Joob ontmoet, die haar zijn visie op het leven vertelt en en vaak met haar spot om haar pijntjes: volgens hem heeft zij het echte leven nog niet ontdekt. 
Vanaf het eerste moment dat Gerard en zij elkaar hadden gezien, hadden zij geweten dat zij bij elkaar hoorden, maar ook deze liefde bleek van misverstanden aan elkaar te hangen. Zij houden veel van elkaar als vrienden, maar Hedwig wil graag kinderen, terwijl Gerard hun relatie puur platonisch wil houden. Dit had psychologische redenen die hij niet verduidelijkt, omdat hij denkt dat Hedwig hem begrijpt. Dan komt Hedwig een oude vriend van haar broer tegen, de ondertussen gevierde pianist Ritsert. Zij voelt zich sterk tot hem aangetrokken. Ze vertelt Gerard opgewonden over haar vriend. Haar man ziet dat zij na lange tijd weer opgeleefd is en keurt hun vriendschap goed, omdat hij niet weet dat de twee een seksuele relatie opbouwen. Als hij hier toch achterkomt wil hij Ritsert vermoorden, waarop Hedwig een zelfmoordpoging doet. Ritsert redt haar leven. Gerard geeft te kennen dat hij Hedwig nooit meer wil zien en zij vertrekt met Ritsert naar Engeland.
Als zij daar een tijdje wonen blijkt Hedwig in verwachting te zijn. Ze is hier heel verheugd over, maar kort nadat het kind geboren is sterft het. Hedwig raakt in een psychose. Ze stopt het kind als een pop in een tas en verdwijnt. Ze wil naar Holland, omdat ze het kind aan de vader wil laten zien; ze verwart Ritsert met Gerard. Uiteindelijk belandt ze in Parijs, waar ze eerst bijna beroofd wordt van haar tas en vervolgens omdat ze geen geld meer heeft gaat werken als prostituee. Ze raakt verslaafd aan morfine en belandt uiteindelijk in een verzorgingshuis, waar ze het goede pad op wordt geholpen door zuster Paula. Zij doet haar de waarde van het leven inzien en overtuigt haar ervan dat God nog van haar houdt. 
Hedwig gaat terug naar Nederland, waar Joob haar bewondert om haar verandering en zij gaat werken als hulp bij boer Harmsen, een vroegere pachter van het land van haar ouders. 
Op drieëndertigjarige leeftijd sterft zij aan longontsteking.


Het naturalisme
De stroming van ‘Van de koele meren des doods’ is naturalisme. Kenmerken van deze stroming zijn pessimisme, determinisme en fatalisme. Personages zijn vaak somber. Ook staan ziekte en de dood centraal bij het naturalisme. Alles in naturalistische boeken wordt zo natuurgetrouw mogelijk beschreven.

De hoofdpersoon, Hedwig Marga de Fontayne, is een intelligente vrouw. Vanaf jonge leeftijd is zij al ongelukkig en depressief. Haar hele leven lang blijft zij vaak ongelukkig (en somber). Tijdens haar leven raakt zij gefascineerd door de dood. Helemaal aan het begin van het boek staat dit citaat:

‘De geschiedenis van een vrouw. Hoe zij zocht de koele meren des Doods, waar verlossing is, en hoe zij die vond.’

Dit is de kern van het boek in één zin verwoord. Hedwig zoekt haar hele leven naar een soort rust. Zij denkt die te kunnen vinden in de dood. Zij doet zelfs twee zelfmoordpogingen.
‘Van de koele meren des doods’ is naar mijn idee een pessimistisch boek. Naar mijn idee is Hedwig niet erg optimistisch dat zij ooit echt gelukkig zal worden.

Tijdens het laatste deel van haar leven vindt Hedwig haar rust. Ze vindt deze niet in de dood, maar nog tijdens haar leven. In Parijs wordt zij door een zuster, Paula, geholpen om af te kicken van morfine. Paula laat haar de waarde van het leven inzien. Dit is, naar mijn mening, het enige punt waarbij het boek afwijkt van het naturalisme. Het determinisme betekent dat de mens een ondergeschikte rol speelt in zijn eigen lot, dat van buitenaf bepaald wordt. Men is het product van erfelijkheid. Hedwig overwint dit. Zij bepaalt zelf haar lot, door uiteindelijk toch rust te vinden. Het determinisme is dus het enige kenmerk wat niet bij het boek hoort.


Ik vind dat je ‘Van de koele meren des doods’ een naturalistisch boek kunt noemen. Het boek kent veel van de naturalistische kenmerken. Het is een erg pessimistisch boek, waarin het sombere en de dood naar mijn idee centraal staan.